Hoogeveensche Courant
Jan Hendriks tipt op 29.10. Vader van God en schrijft:
“Een roman waarin de daden van God op een ironische, vaak ook satirische wijze worden benaderd. De schrijver maakt een gewoon personage van God. Hij volgt de Bijbel op de voet. Als gelovige moet je ertegen kunnen, maar zo’n boek zet je wel weer aan het denken over de Bijbelverhalen.”
tweede druk Vader van God
Al begin oktober verscheen de tweede druk, door de uitgever voorzien van een pontficaal gouden buikbandje met daarop mooie uitroepen van recensenten.
(Het schilderij is van Pontormo: de zwangere Maria ontmoet de zwangere Elizabeth.)
The Blue Boy in Stuttgart
The Blue Boy van de Broken Talkers uit Dublin boekt het ene internationale succes na het andere en is op 17 en 18 november in Stuttgart te zien, waar ik net als eerder dit jaar op de Biennale Wiesbaden, mijn Duitse vertaling tijdens de voorstellingen synchroon zal inspreken.
RECENSIE DAGBLAD VAN HET NOORDEN
RECENSIE NRC/HANDELSBLAD – BOEK VAN DE WEEK
RECENSIES NRC/HANDELSBLAD EN DAGBLAD VAN HET NOORDEN
Deze verschijnen resp. op 28 en 29 september.
RECENSIE HET PAROOL
RECENSIE HAARLEMS DAGBLAD
Verschenen 26 september; ook in IJmuider Courant, Leidsch Dagblad, De Gooi- en Eemlander, Noordhollands Dagblad
Dat kan ik zo ook niet lezen. Er staat o.a.: “God is niet gelukkig met zijn schepping. Al die volken die hij al geschapen heeft en nog zit er niet eentje bij dat hem bevalt. Hij besluit zijn handen ervan af te trekken. Maar als hij een dutje doet, dringt Mozes zijn huis binnen en steelt de geheime wetten. Er zit niets anders op voor God, dat kleine volkje daar aan de oevers van de Jordaan is vanaf dat moment kennelijk zijn uitverkoren volk.
Met ‘Vader van God’ herschreef Martin Michael Driessen (1954) de bijbel op een zeer eigenzinnige manier. Zijn God is een man wie niets menselijks vreemd is (-). Maar timmerman Jozef houdt zoveel van Jezus dat hij hem ontvoert om hem de afgrijselijke dood te besparen die in het oude testament aan de Messias voorzegd is.
Driessen weet een subtiel evenwicht te bewaren tussen humor en ernst, hemel en aards. Zonder een woord teveel en doorspekt met prachtige taalvondsten, geeft hij zijn personages liefdevol gestalte. Een God die achteraf spijt heeft dat hij niet toch gewoon voor een bloementuin gekozen heeft, zijn oude huishoudster Bartje, die alles voor heer Adonai over heeft en Jozef die in zijn wanhopige poging zijn pleegzoon te redden het omgekeerde lijkt te bereiken, het zijn stuk voor stuk aandoenlijke karakters.”