Sommige brieven kan ik helaas niet beantwoorden, omdat er een afzender ontbreekt.
Zo schrijft L. de Vogel mij:’
Onlangs kreeg ik uw roman “Vader van God” cadeau. Ik zit nu in het derde hoofdstuk en vind het vermakelijk genoeg om door te lezen. Echter, wat mij weerhoudt is mijn irritatie over het stelselmatig gebruik van het woordje ‘wat’ waar het ‘dat’ moet zijn. Gaat dit het hele boek zo door? Zo ja, dan leg ik het nu weg. U bent een man van de taal. Kunt u mij zeggen hoe u ten prooi gevallen bent aan deze taalnivellering?
En uit Diemen kreeg ik het volgende, jammer genoeg anonieme bericht: