De Vuurproef

‘The Crucible’ van Arthur Miller – in het Nederlands ook ‘Heksenjacht’ genaamd, beide titels zijn even goed. Dit stuk koos ik met voorbedachten rade, nadat mijn voornemen om het Boek Job ten tonele te brengen was afgeketst omdat men vreesde de bijbelvaste gemeente in het land van Heusden en Altena te bruskeren.  Vele spelers hadden zelf een ‘bible belt’ achtergrond, wat de onderneming van begin tot eind – zoals bedoeld – enigszins confrontatief maakte. Een leegstaand zwembad midden in een verwilderd bos…. sterker kan een locatie niet zijn. Het is een ijzersterke, strak geregisseerde theaterproductie geworden waarin fantastisch werd geacteerd, en een groot succes, spannend van de eerste tot de laatste minuut. 

Bekijk de Foto’s

“Heksenjacht om middernacht, in een verlaten zwembad in het bos”… het klinkt pakkend en klopt (bijna) helemaal: we spelen het beroemde stuk van Arthur Miller later op de avond dan gewoonlijk, dus de schemering in, en zowel het grote ensemble van 28 spelers als de toeschouwers zullen zich bevinden op één van ongebruikelijkste locaties waarin ik ooit heb geregisseerd, namelijk op de bodem van het leegstaande zwembad bij Almkerk. We zijn omringd door de ouderwets getegelde wanden (nu enigszins in verval) en hoog oprijzend struikgewas en geboomte. Een plek die bijna surrealistisch aandoet, en zelfs wat luguber.
En beide eigenschappen passen perfect bij het stuk: luguber, omdat de handeling even pakkend als verontrustend is – in het strenggelovige dorpje Salem in Amerika beschuldigt de op wraak beluste Abigail de vrouw van haar ex-minnaar van hekserij. Dit is de aanleiding voor een reeks ongegronde beschuldigingen over en weer tussen de inwoners van het dorp. Uiteindelijk worden onschuldige vrouwen als heksen vervolgd en opgehangen. Redelijkheid en gezond verstand delven het onderspit. Het is makkelijker te liegen voor deze rechtbank dan de waarheid te spreken. Er komen in het stuk uiteraard geen heksen voor; het gaat over de angst voor het onbekende en over het gevaar van religieus en politiek fanatisme.
Miller schreef het stuk in 1954 als aanklacht tegen de fanatieke en paranoïde communistenjacht die destijds onder leiding van senator Mc Carthy werd gevoerd. Om de censuur te ontgaan, maar ook om zijn parabel op een algemeen geldig plan te tillen, verplaatste hij de handeling naar het puriteinse Salem van 1692 (waar destijds inderdaad een beruchte heksenjacht plaatsvond).
Vandaar dat ook die andere eigenschap van onze locatie – het surrealistische karakter – onze productie zo van pas komt. Miller deed, wat zoveel grote toneelschrijvers (allen vooraan Shakespeare) hebben gedaan: in plaats van het probleem te actualiseren, stuurde hij het terug naar de geschiedenis. Het theater als kunstvorm profiteert van zulk een afstand, en voor de actualiteit hebben we genoeg andere media.
De onverminderde politieke geldigheid van de parabel blijkt uit feit dat het stuk sinds 9/11 weer opvallend vaak gespeeld wordt. Als moderne toeschouwer vul je moeiteloos the War on Terror in, de islamparanoia, kortom de hele heksenjacht op alle outcasts, buitenstaanders en vreemdelingen waardoor een samenleving zich bedreigd kan voelen … Miller zelf schreef in zijn autobiografie dat hij de politieke toestand in de wereld zo’n beetje kon afleiden uit de lijst van landen, waarin zijn beroemdste stuk werd gespeeld. In Nederland heeft het Nationale Toneel het in 2007 weer op het speelplan gebracht, in de nieuwe vertaling van Kristien Hemmerechts die wij ook spelen.
Maar De Vuurproef is in eerste instantie een pakkende thriller, één van de beste ooit geschreven, en een pakkend menselijk drama over verstrikking in schuld, over de verleiding van de macht en de macht van de verleiding, en over liefde en loyaliteit die uiteindelijk triomferen over alle aanvechtingen.
Het is bovendien met zijn talrijke grote en kleine rollen een uitdaging voor de hele grote en gemotiveerde spelersgroep van de Stuiter, en mijn ervaringen van de eerste repetitiemaanden wijzen erop dat de “Heksenjacht om middernacht, in een verlaten zwembad in het bos” wel eens een onverwacht pakkende en misschien ook heel ontroerende ervaring zou kunnen worden…

Martin Michael Driessen